B1: Waar is die pin….. en een ruime overwinning?!

Afgelopen zaterdag was het alweer zover. Zoals dat tegenwoordig, zeker bij de jeugd vaak het geval is, speel je na de zomervakantie een korte competitie met 4 ploegen in een poule. Dat betekent in de praktijk dat je in 6 weken tijd, 2x tegen dezelfde tegenstander speelt en na 6 weken de balans wordt opgemaakt. Ben je kampioen, ben je laatste of bezet je de 2e of 3e plaats. Normaliter zijn de 2e of 3e plaats minder interessant maar tegenwoordig is het beleid dat afhankelijk van het eindklassement (ook voor de 2e of 3e plaats) dit effect heeft op de indeling van het team in het voorjaar.

Gezien de resultaten, waarbij 1 team in de poule duidelijk de zwakste was en 1 team tijdens de competitie 2 punten in mindering had gekregen, was de 2e plaats voor de VEO B1 voor de wedstrijd eigenlijk al een feit. Neemt niet weg dat een gewaarschuwd team voor 2 telt en de return tegen Meervogels (eerste wedstrijd ruimschoots door VEO gewonnen) met vol enthousiasme werd gestart.

De conclusie kon wederom snel getrokken worden. VEO B1 was een maatje te groot voor de tegenstander. De score liep snel op tot 0-8 in het voordeel van VEO en met een ruststand van 2-9 kon het team de kleedkamer opzoeken om even een momentje verlost te zijn van de fijne regen die uiteindelijk toch zorgt voor een nat pak en koude ledematen.

Nu kom ik uit een tijd dat de korfbalsport zich niet zo snel ontwikkelde en het besluit om de 3 vakken op te geven (was altijd zo leuk dat middenvak, lekker in diepte gooien en rennen maar niet zo heel efficiënt) een proces in gang heeft gezet waarbij door veranderende regels het beleid vooral gericht is op een snellere sport, meer doelpunten en dat te doen op een kleiner veld. Consequentie daarvan is dat de huidige kunstgrasvelden, dankzij de laatste wijziging om de velden kleiner te maken, vaak weer ouderwets met lijnen “verkleint” worden. (Zullen we in de toekomst ooit digitale lijnen hebben in de cloud of met een virtual reality bril op korfbal spelen?) Wat ontbreekt er dan, jawel de strafworpstip. Dat was die extra pin, die je vroeger altijd tekort kwam waardoor de scheidsrechter meestal met een flinke schop in het veld met een noppenschoen de juiste plek markeerde ten koste van een graspol. Dat plekje op 2,5 meter voor de paal voor de strafworp maar ook voor het nemen van de vrije worp, zo belangrijk, zeker in het hedendaagse korfbal. Gisteren kreeg ik toch een glimlach op mijn gezicht omdat de scheidsrechter (die de boel prima in de hand had) met dezelfde schop (met een kunstgrasschoen) de 2,5 meter locatie meermaals probeerde aan te geven op het natte kunstgrasveld. Waar vroeger dankzij de extra pin, of het ontbreken van een graspol de locatie op het veld duidelijk zichtbaar was werd de scheids gedwongen diverse malen een streep te zetten op het veld die helaas niet altijd even duidelijk was voor de spelers. De scheids, strikt in de leer, greep dan ook hard in toen Esther haar voet niet netjes op de juiste plek parkeerde om de vrije worp te nemen. “Het is toch duidelijk waar de lijn is” Geleerd van deze ervaring checkte Kenai in het vervolg daarom maar even bij de scheids of hij zijn voet, conform het oordeel van de scheidsrechter, wel op de juiste plek had staan. Nu lost het probleem zich denk ik vanzelf op. Ik denk namelijk dat de scheids zo’n 10-15 keer op ongeveer dezelfde plek de streep heeft getrokken voor verdere strafworpen en vrije ballen. Bij voldoende herhaling gaat dat denk ik voldoende slijtage opleveren aan het kunstgras om te beseffen waar die ouderwetse pin eigenlijk hoort te staan.

De B1 ondertussen ging gestaag verder. Sterker nog, in de 2e helft werd de snelheid van het scoren opgevoerd. (meestal is dit andersom) Waar in de 1e helft 9x de korf werd geraakt waren dat er 14 in de 2e helft. Zo stond uiteindelijk 4-23 op het scorebord in het voordeel van VEO. Wat het leuk maakt is natuurlijk dat alle spelers gescoord hebben…….

Zo’n 10 minuten voor tijd mocht Mees invallen. Als zodanig had hij ook veel minder tijd om te scoren en lukte het helaas niet voor hem om in de laatste minuten, alle aanmoedigingen ten spijt, de bal erin te leggen. Volgende keer beter! En die volgende keer wordt in de zaal. Want na de laatste natte wedstrijd gaat de B1 de droge zaal in met voldoende uitdaging. In de zaal spelen ze namelijk een klasse hoger dan op het veld.

Dick

Scroll naar boven